DIFFER
DIFFER NEWS

Energieonderzoek DIFFER 'zeer goed' tot 'wereldleidend'

Published on March 08, 2018

De negen NWO-instituten zijn beoordeeld door panels van onafhankelijke, internationale experts. Zij waarderen het vernieuwende onderzoek, de mondiale positie en de nationale rol van de instituten. DIFFER scoorde 'world leading' op het gebied van maatschappelijke relevantie en 'zeer goed' op het criterium wetenschappelijke kwaliteit. Binnen die beoordeling scoorde het jonge onderzoeksthema Solar Fuels scoorde 'zeer goed' met potentie om uit te groeien tot 'world leading'. Het onderzoek naar kernfusie werd nu al als 'world leading' beoordeeld.

Iedere zes jaar worden de NWO-instituten beoordeeld door een panel van onafhankelijke internationale experts, volgens het zogeheten Standaard Evaluation Protocol (SEP). Het afgelopen half jaar zijn de negen NWO-instituten door panels van internationale experts bezocht en beoordeeld op drie criteria: wetenschappelijke kwaliteit, maatschappelijke relevantie en toekomstbestendigheid. De evaluatiecommissies konden scoren op een vierpuntsschaal: excellent/world-leading, zeer goed, goed en onvoldoende. Dit leverde 27 beoordelingen op. Daarvan waren er 19 'world leading' en 8 ‘zeer goed’.

Download DIFFER's evaluatierapport en nieuwe strategisch plan

Toekomst van wereldklasse voor DIFFER

De evaluatiecommissie prijst het uitzonderlijke niveau van het onderzoek naar kernfusie bij DIFFER. Zelfs tegen de achtergrond van een ingrijpende relocatie heeft het instituut zijn unieke onderzoeksfaciliteit Magnum-PSI operationeel gebracht met een sterke internationale wetenschappelijke impact voor materiaalonderzoek onder de omstandigheden in een kernfusiereactor. Het niveau van het sinds 2012 opgerichte DIFFER onderzoeksthema Solar Fuels wordt als zeer goed beoordeeld. De evaluatiecommissie spreekt daarbij de verwachting uit dat deze jonge afdeling de komende jaren door kan groeien naar een 'world-leading' status.

Bij de beoordeling van DIFFER's maatschappelijke relevantie als 'excellent' prees de evaluatiecommissie de aandacht voor kennisoverdracht. Zij prijst de inspanning om een netwerk te bouwen van fundamentele en toegepaste onderzoekers die samen met hogescholen, technologische instituten en het bedrijfsleven inzichten uit onderzoek vertalen naar nieuwe energietechnologie. In het bijzonder is er lof voor DIFFER's coördinerende rol in kernfusieonderzoek, waarbij DIFFER als lid van EUROfusion zowel voor onderzoeksgroepen als bedrijfsleven de toegangspoort is tot de internationale kernfusiegemeenschap rond ITER.

"Natuurlijk ben ik heel trots op deze uitstekende beoordeling van ons instituut", reageert directeur Richard van de Sanden. "De energietransitie is een van de grootste uitdagingen voor onze maatschappij en vraagt om voortdurend onderzoek en ontwikkeling van energietechnologie. In de eerste zes jaar van ons bestaan hebben we een sterke positie opgebouwd in funderend energieonderzoek én helpen we mee het onderzoek op de kennisagenda te zetten. Zo geven we extra energie aan het hele veld."

Reactie NWO-bestuur

NWO-voorzitter prof. dr. Stan Gielen: 'Uit de evaluaties spreekt grote waardering voor het vernieuwende onderzoek, voor de nationale (facilitaire) functie van de instituten en voor de mondiale positie binnen hun wetenschappelijke veld. De raad van bestuur van NWO heeft de evaluatierapporten met genoegen in ontvangst genomen en is zeer tevreden over de uitkomst.'

'NWO ziet de instituten als een belangrijk strategisch instrument om specifieke disciplines in Nederland langdurig te ondersteunen voor de lange-termijn-missies en om cruciale onderzoeksinfrastructuur op hoog niveau te behouden en te ontwikkelen. De instituten zullen daarom een belangrijke rol spelen bij het implementeren van het nieuwe strategisch plan dat NWO dit voorjaar aan de minister van OCW zal aanbieden.'

Aanbevelingen

De verschillende SEP-panels geven aan dat de aanbevelingen uit de vorige evaluaties goed zijn opgevolgd door elk van de instituten, en moedigen hen aan om hier onverminderd aandacht aan te blijven geven. Drie aanbevelingen komen terug bij meerdere - maar niet alle - instituten. Zo adviseren meerdere panels om meer gebruik te maken van andere financieringsbronnen dan de reguliere subsidiegevers NWO en EU. Een tweede aanbeveling is het verder versterken van de nationale rol en internationale positie door het ontwikkelen en aanbieden van onderzoeksfaciliteiten, het uitbouwen van de platformfunctie, wetenschappelijke vernieuwing, bundeling van krachten en samenwerking met universiteiten en binnen de topsectoren, Nederlandse Wetenschapsagenda en Europa. Ook moedigen de panels de instituten aan om maatschappelijke relevantie verder te bevorderen en economische of maatschappelijke meerwaarde toe te voegen aan onderzoeksresultaten.

Nog geen besluiten

Het NWO-bestuur neemt nog geen strategische of financiële besluiten op basis van deze evaluaties, maar wacht daartoe de conclusies af van de portfolio-evaluatie van eind 2018. Dit  is een gezamenlijke, periodieke evaluatie van het stelsel van onderzoeksinstituten van NWO en KNAW, op verzoek van het kabinet (Wetenschapsvisie 2025). De portfolio-evaluatie richt zich op de (inter)nationale rol en meerwaarde van het institutenstelsel en de instituten in het gehele Nederlandse kennislandschap, terwijl de SEP-evaluatie gaat over de kwaliteit van een afzonderlijk instituut. De SEP-evaluatie van de KNAW-instituten vindt dit voorjaar plaats.

Anticiperend op de portfolio-evaluatie heeft NWO de SEP-evaluatiecommissies ook gevraagd naar een oordeel over de meerwaarde van de instituten op nationaal en internationaal niveau. Uit alle rapporten blijkt dat de instituten elk een belangrijke rol spelen in het (mede) bepalen van de agenda van hun sector en zonder twijfel binnen hun discipline of onderzoeksgebied gezien worden als het expertisecentrum in Nederland. De instituten zijn tevens actieve spelers op het voor hen relevante internationale toneel.

Over SEP

Het Standard Evaluation Protocol is opgesteld door NWO, KNAW en universiteiten en geeft richtlijnen voor het evalueren van onderzoek en onderzoeksbeleid. De evaluaties zijn tot stand gekomen op basis van een zelfevaluatierapport van het instituut, een voorbereiding van de evaluatiecommissie en een meerdaags locatiebezoek. Ten opzichte van de vorige SEP-evaluatie is productiviteit als zelfstandig criterium komen te vervallen, om gehoor te geven aan de kritiek dat de druk om te publiceren in veel vakgebieden is doorgeschoten.

Go to the News page.